Rekenkunde
De 'Rekenkunde' was een van de vier onderdelen van het Quadrivium, de wetenschap uit de oudheid. In onderstaande vind je een klein voorproefje van wat er zoal aan bod komt.
Vingers kunnen dienen als een mechanische computer die je steeds 'bij de hand' hebt: tel met je vingers in het tien-, twaalf- en zestigtallig stelsel.
Deze reproducties van tesserae (= telschijven) tonen op de voorzijde een vingerpositie en op de achterzijde een Romeins cijfer. Verschillende bronnen geven aan dat de Romeinen met hun vingers telden volgens het decimale (= tientallig) stelsel.
Tot ver in de middeleeuwen konden handelaars met deze vingertechniek met elkaar over de prijs negotiëren, zonder dat ze elkaars taal hoefden te kennen.
Tijdens een Radio 2 interview op de archeologiedagen trok de middenvinger de aandacht.
Toegepaste wiskunde op een bak Duvel: volg de logica van de wiskundige getalmodellen.
Bij een wandeling doorheen een hedendaags grootwarenhuis blijkt ook nu nog dat de meeste stapeltechnieken zich lenen tot een bepaald talstelsel.
De 'Plimpton 322' kleitablet is een beroemde archeologische vondst.
Deze 3700 jaar oude Babylonische tablet is het bewijs dat wat we nu de stelling van Pythagoras noemen, ontdekt werd lang vóór de geboorte van Pythagoras.
De graveringen van de getallen volgen het 60-tallig stelsel.
De Romeinse abacus was een eenvoudige mechanische computer met verrassend veel mogelijkheden.
Voor eenheden werd het 10-tallig stelsel gebruikt, voor fracties (i.e. breuken) het 12-tallig stelsel.
Omstreeks de 3de eeuw BC kwam in de Romeinse Republiek een nieuwe munt in gebruik: de 'aes grave' (zwaar brons). De getoonde munt is een quadrans, de drie bolletjes op beide zijden geven aan dat deze munt 3/12 van de waarde van 1 as is. De as was toendertijd de eenheidsmunt.
Het Republikeinse muntsysteem gebruikte dus het 12-tallig stelsel.